Statushouders kijken ogen uit op boerderij

Tien statushouders gingen onlangs op Tour de Agri. Ze waren te gast bij drie agrarische bedrijven in Rotterdam en omstreken. De ochtend was georganiseerd door LTO Nederland in samenwerking met Refugee Team.

De deelnemende statushouders aan Tour de Agri wonen in het Zuid-Hollandse Schiedam, Vlaardingen en Maasland. Ze komen uit verschillende landen, zoals Iran, Soedan, Turkije en Syrië. Sommigen hebben een achtergrond in de agrarische sector. De leeftijd van de mannen en vrouwen verschilt tussen halverwege de 20 tot richting de 60. Gemiddeld wonen ze vier tot vijf jaar in Nederland.

Verschillende sectoren

Voor deze groep statushouders was het de eerste keer dat ze op pad gingen om de Nederlandse arbeidsmarkt te leren kennen. Vanuit Refugee Team is het vooral de bedoeling dat ze geïnspireerd raken over de verschillende sectoren in Nederland.

”Deze mensen willen hier een toekomst opbouwen en werken hoort daarbij”
Michele Sparreboom, coach bij Refugee Team

‘In Nederland is veel en divers werk. Deze mensen willen een toekomst opbouwen hier en werken hoort daarbij. Ze willen allemaal werken en leren’, zegt Michèle Sparreboom, coach bij Refugee Team.

Het programma begon ’s ochtends bij veehouder Jan Dirk Rodenburg aan de rand van Rotterdam. Hij heeft 55 koeien, 40 stuks jongvee en 100 fokschapen. Rodenburg is de laatste boer in de omgeving die nog koeien melkt. Dat doet hij met een robot van Lely. De koeien worden geweid en het grootste deel van zijn land is weidevogelbeheer.

Luxe leven

De man legde uit dat het in zijn land anders gaat op de boerderij. ‘Daar zijn boeren ondergeschikt en hebben ze een paar dieren. Hier hebben de dieren een luxe leven en worden echt stallen gebouwd om het vee in te houden.’ Hij wilde overal kijken en vroeg de veehouder het hemd van het lijf. Hij was onder de indruk van de mestput onder de stal. ‘Valt de mest nou gewoon in één grote put onder de roosters?’, vroeg hij vol verbazing.

Rodenburg was ook enthousiast over de interesse vanuit de statushouders. ‘Ze reageren positief en staan overal met hun neus bovenop. Je merkt dat het compleet nieuw voor hen is en dat ze dit niet kennen vanuit hun eigen ervaringen met de agrarische sector.’

De ondernemer geeft aan zijn bedrijf ook open te stellen als een van de migranten bij hem wil werken. ‘Ze zijn nieuwsgierig en tonen interesse door vragen te stellen. Ik denk wel dat ik het leuk zou vinden om hen mee te nemen in de dagelijkse werkzaamheden op dit bedrijf.’

Supergemotiveerd

Volgens Sparreboom maakt de huidige politiek het moeilijk voor statushouders. ‘De migranten zijn nieuwe Nederlandse mensen die al lang wachten op duidelijkheid. Deze mensen zijn supergemotiveerd om te gaan werken of leren.’

De coach denkt dat de drempel voor de ondernemers het grootst is. ‘Ik snap wel dat het voor een werkgever spannend is om iemand aan te nemen die de sector niet kent en nog volop aan het leren is om de Nederlandse taal onder de knie te krijgen. Maar ze hebben zoveel motivatie en zijn zo loyaal. Ze verdienen echt de kans om zichzelf te kunnen bewijzen.’

Sparreboom vertelt ook over de verschillende achtergronden van de statushouders. Zo hebben sommigen in hun thuisland in de technische sector gewerkt. Een van de migranten was helemaal onder de indruk van de robot van de veehouder. Toen die deze liet zien en de kast openmaakte, maakte de man overal foto’s van en stelde tientallen vragen.

Achteraf zei de statushouder vol enthousiasme tegen de coach dat hij de rondleiding interessant vond. ‘Het is zo leuk en mooi om te zien hoe technisch de agrarische sector hier is. Dat had ik nooit gedacht. Nu zie ik het met eigen ogen.’

Plezier

Op de tweede locatie van Tour de Agri, Hoogerbrugge Natuurlijk in Rotterdam, worden vleeskoeien en paarden gehouden en is een loonwerktak. De statushouders gaven aan zich steeds meer op hun gemak te voelen en hadden zichtbaar plezier.

Lenno Hoogerbrugge, Sparreboom en de migranten spraken allemaal Nederlands en konden elkaar goed begrijpen. Hoogerbrugge legde uit wat loonwerker zijn inhoudt en liet zijn machines zien. Opnieuw waren de statushouders onder de indruk dat hier alles machinaal gaat.

De dag werd afgesloten met een lunch op het derde en laatste bedrijf: Hoeve Bouwlust in het Zuid-Hollandse Maasland. Dat is melkveebedrijf met een camping en een recreatietak.

De groep deelde zich op in tweeën; de ene ging met de ondernemer mee en de andere met zijn vrouw Jojanneke. De rondleiding begon bij de openfrontstal. De veehouder vertelde het een en ander over de koeienstal en de statushouders waren geconcentreerd aan het luisteren. Een van de hen had zelf een pluimveebedrijf in het buitenland. Hij vroeg of de dieren hier zelf mogen kiezen of ze vreten of in de boxen liggen.

‘Ondernemers weten niet wat de mogelijkheden zijn’

Robert Veenstra, projectleider Arbeid en Werkgeverschap bij LTO Noord, laat weten tevreden te zijn met het enthousiasme van de statushouders. ‘Je ziet hoe geïnteresseerd ze luisteren en niet bang zijn om vragen te stellen over het vak en de sector. Al is de taal voor sommigen een uitdaging. Het weerhoudt hun niet om overal foto’s van te maken en door te vragen.’ De projectleider merkt zelf vooral koudwatervrees bij de ondernemers. ‘Ze weten niet wat de mogelijkheden zijn en wat wel en wat niet kan. Ze vinden het spannend om met deze groep aan de slag gaan.’ Op deze manier wordt het volgens Veenstra zo laagdrempelig mogelijk gehouden. ‘Door Tour de Agri te organiseren, komen veehouders in gesprek met Nieuwe Nederlanders.’ Vorig jaar heeft LTO in samenwerking met Refugee Team ook een tour georganiseerd. ‘Toen zijn we met een andere groep bij verschillende bedrijven in de boomkwekerij gaan kijken.’ Dit heeft geresulteerd in stage-ervaringsplaatsen en een daadwerkelijke match.

Bron: Nieuwe Oogst

Gerelateerde berichten

Werknemers met een afstand tot de arbeidsmarkt – denk bijvoorbeeld aan statushouders en (ex-)gedetineerden – kunnen een interessante doelgroep zijn: zij leveren een niet te onderschatten bijdrage aan de diversiteit op de werkvloer.