LTO zoekt naar werkbare oplossing voor de Wet vaste huurcontracten

De invoering van de Wet vaste huurcontracten afgelopen juli biedt zorgen voor werkgevers met seizoensarbeiders. Als land- en tuinbouw zet LTO zich in voor goede kwaliteit van huisvesting en goede huurafspraken met scheiding van arbeidscontract en huurovereenkomst. Maar een vast huurcontract is voor onze sector onwerkbaar. LTO lobbyt daarom voor het opnemen van een seizoenscomponent voor onze internationale medewerkers in het doelgroepencontract.

Wet vaste huurcontracten

Sinds 1 juli 2024 moet je volgens de Wet vaste huurcontracten als verhuurder je huurder een vast huurcontract geven. Dit geldt ook voor werkgevers met eigen huisvesting. Hiermee is een verhuurder beschermt, zodat hij of zij niet zomaar op straat komt te staan. Er zijn enkele uitzonderingsdoelgroepen zoals studenten of bij incidenten. Seizoenarbeiders zijn tot heden nog niet benoemd als uitzonderingsdoelgroep. Dit betekent dat een seizoensarbeider met een vast huurcontract in Nederland zal moeten wonen. Ook na afronding van zijn of haar tijdelijke werkzaamheden. Dit is geen wenselijke en aansluitende oplossing bij de praktische situatie.

Lobbyresultaten

Uit een eerder werkbezoek van LTO en NFO aan een fruitteler met afgevaardigden van het ministerie van RVO en sociale partners bleek dat er vraagtekens werden gesteld bij de ‘tijdelijkheid’ van seizoenarbeiders. Het werkbezoek heeft vruchten afgeworpen. Het werkbezoek maakte de aanwezigen duidelijk dat de seizoenarbeiders geen interesse hebben om in Nederland te blijven nadat de werkzaamheden op het boerenbedrijf zijn afgerond. Zij hebben in hun thuisland veelal een gezin, familie en vooral al vast werk waar ze naar terug willen keren.

Voor de minister wordt een adviesrapport geschreven, waarvoor LTO praktijkscenario’s heeft uitgewerkt. Ons doel is een tijdelijk contract voor seizoenmedewerkers mogelijk te maken. Wel onder de voorwaarde van een keurmerk zodat de huurprijs beschermd wordt en de kwaliteit en veiligheid van de huisvesting geborgd wordt.

Het lijkt erop dat de geschetste scenario’s worden erkend en meegenomen worden in het adviesrapport. Het streven van het ministerie is om dit advies voor de zomer aan te bieden aan de minister. Hierna gaat een (aangepaste) voorstel in internetconsultatie, waarna er uiteindelijk een wet gevormd kan worden. Het totale proces zal nog zeker één tot twee jaar in beslag nemen. LTO heeft goede hoop dat het advies zal leiden tot een passend doelgroepencontract waarmee het onder voorwaarden mogelijk is om een tijdelijk huurcontract aan te bieden.